Klaas is een alleenstaande vader met vier kinderen. Twee dochters zijn al volwassen, maar zijn jongste dochter Sofie en zoon Ben, een tweeling, zijn nog maar twaalf. Door zijn werk als kok is Klaas vaak weg als de kinderen uit school komen. Klaas heeft een paar jaar geleden om hulp gevraagd. Toen is de tweeling een tijdje in een pleeggezin geplaatst, tegen de wens van vader en kinderen in. Na deze pijnlijke periode wonen de kinderen al weer een jaar thuis. ‘Toch maakte ik me zorgen om Ben’, vertelt Klaas. ‘Hij schopte overal tegenaan en hing veel buiten met jongens die veel ouder waren. Dat deed ik ook als jongen. Maar ik was toen vijftien en hij pas elf. Ik was bang dat hij zou ontsporen en vond Buurtgezinnen meteen een prima idee. Gewoon elkaar helpen in de buurt, zoals het vroeger was.’
Esther en Gerard hebben drie zoons van vier, zeven en negen. Gerard weet wat het is om in een gezin met een alleenstaande ouder op te groeien, waarin weinig aandacht is voor de kinderen. ‘Daarom vind ik het belangrijk om met onze jongens mooie herinneringen te verzamelen, te genieten van mooie momenten samen. En omdat wij het goed hebben, willen we dat graag met anderen delen. Ben past uitstekend in onze roedel!’ Ondanks een aantal ingrijpende gebeurtenissen in de familie van Esther en Gerard, zetten ze toch door met de opvang van Ben ‘of er nu drie of vier jongens rondlopen, dat maakt ons niets uit.’
Een moeilijke start
‘Tijdens de eerste kennismaking vond Klaas een steungezin meteen een goed idee’, vertelt coƶrdinator Monique. ‘Maar in het tweede gesprek bleek dat zijn zoon Ben het helemaal niet zag zitten. Toen ik opmerkte: “Volgens mij ben je heel boos, maar ook verdrietig”, vloog zijn frustratie eruit. “Jullie van de hulpverlening, jullie beloven van alles, maar jullie doen niks! Het enige wat jullie gedaan hebben, is ons weggehaald bij mijn vader! Ik wil helemaal niks. Ik wil naar buiten naar mijn vrienden.” Terwijl Ben naar buiten liep, praatte ik door met Klaas. De hamvraag was: hoe kunnen we een opening creĆ«ren bij Ben? Ik stelde voor dat onze wethouder Jeugd eens met Ben zou praten over zijn ervaringen met de hulpverlening.
De wethouder stond daarvoor open en Ben vond het ook een goed idee. Nog geen week later zat de wethouder bij hem thuis voor een serieus gesprek met Ben en zijn vader. ‘Ik kon mijn verhaal aan haar kwijt’, zegt Ben nu, ‘ze luisterde naar me.’ ‘Ze zei: jij bent de expert, ik wil graag alles horen’, vult zijn vader aan. ‘En Ben praatte aan een stuk door, ze hoefde het niet uit hem te trekken. Het zat hem hoog allemaal.’ ‘Toen ik weer bij jullie langskwam’, gaat Monique verder, ‘zei Ben dat hij wel naar een gezin met jongens wilde. Ik vertelde van een gezin met drie jongens van wie de jongste vier was, en Ben riep enthousiast: oh, dan ga ik die leren fietsen.’ ‘Ja, ik was verrast dat hij meteen zo enthousiast was. Het leek hem wel wat om oudste broer te zijn’, vult Klaas aan.
Opgenomen in de roedel
Inmiddels gaat Ben al een jaar elke week naar Gerard en Esther en hun jongens. ‘Ik vind het heel gezellig hier, er wordt goed voor me gezorgd, dat is gewoon een fijn gevoel. We voetballen veel, doen spelletjes, er is altijd wel wat te doen. We kunnen met elkaar praten, jongens begrijpen elkaar beter. En het is ook gezellig om hier te logeren’, vertelt Ben honderduit.
‘Ja, dan vechten alle jongens wie er naast Ben mag slapen’, gaat Gerard breed lachend verder. ‘Hij slaapt op de logeerkamer. Het onderschuifbed wordt uitgeschoven en dan slapen alle vier jongens als een roedel naast elkaar, dwars op de matrassen met een heleboel kussens en wel drie dekbedden. Van slapen komt er weinig, maar ze maken er geen keet van, dus laten we ze. Dat hoort er een beetje bij’, grinnikt Gerard. Zijn oudste zoon Lucas reageert: ‘Het is heel leuk als Ben er is. Ik heb er een vriendje bij. Hij is ouder en gedraagt zich anders. Bijvoorbeeld als ik vraag of hij ergens mee wil stoppen, dan doet ie dat. Mijn broertje stopt heel even maar gaat dan weer door, bijvoorbeeld met heel irritant zingen in bed.’
‘De jongens mengen en voegen hier’, vertelt Gerard. ‘Ze houden rekening met elkaar en leren omgaan met verschillende behoeftes. Ben en Lucas hebben allebei een groot hart. Ze denken niet alleen aan zichzelf, maar willen anderen ook graag een plezier doen. Ze zijn een bindmiddel, specie tussen de bakstenen.’
Een rijke oogst
Ben’s vader is ook blij met de oplossing. ‘Ik merk dat Ben het erg naar zijn zin heeft bij Gerard en Esther. Hij is ervan opgeknapt en dat geeft mij rust als vader. Een half jaar geleden, tijdens een buurtgezinnenfeest, heeft hij nog een keer staan praten met de wethouder. Dat vond ik zo bijzonder, dat hij vanuit zichzelf een praatje met haar maakte.’ ‘Ze wilde weten hoe het met me ging’, vertelt Ben. ‘Het gaat allemaal heel goed. Ook op school.’
‘Ben heeft ook meer dingen leren verwoorden dit afgelopen jaar’, voegt Klaas trots toe. Hoe komt dat volgens jou Ben?, vraagt Monique. ‘Ik ben niet meer bang dat iemand me belachelijk gaat maken als ik iets zeg.’ ‘Toen ik je voor het eerst ontmoette had je het gevoel dat er niemand was die van je hield…, vervolgt Monique, en Ben antwoordt: ‘Ja dat is wel veranderd. Daarom voel ik me nu beter.’ Klaas krijgt tranen in zijn ogen. ‘Ja, je probeert alles bij elkaar te houden, zo goed als je kan, maar dat is soms heel zwaar.’ ‘Dat is waarom wij ons hart open zetten, toen we het verhaal van Klaas en Ben hoorden’, reageert Gerard, wiens ogen nu ook wat vochtig zijn. ‘Het is een hele klus om in je eentje vier kinderen op te voeden. We waren begaan. Dat gezin willen we ondersteunen!’
‘Wat het mij persoonlijk heeft gebracht?, vraagt Klaas. ‘Ik heb meer rust, kan meer nadenken, kan meer mezelf zijn. Ik ben sterker aan het worden. Gerard en Esther voelen inmiddels als familie. Toen ik een tijdje geen baan had, stuurden ze me appjes en vroegen ze of ik een bepaalde vacature al had gezien. Dat anderen met je meedenken, is zo fijn. Je staat er niet meer alleen voor. Ik herinner me nog een zomermiddag. Zat ik buiten in de tuin met Esther een bakkie te doen. De jongens waren aan het dollen met waterpistolen. Dat gewone, daar houd ik van. En ik ben ontzettend blij dat we nu voor Sofie ook een fijn buurtgezin gevonden hebben.’
Dit verhaal is met toestemming overgenomen uit ‘Opvoeden doen we samen – tien aanstekelijke verhalen van buurtgezinnen’, een uitgave van Buurtgezinnen.nl. Op hun website kun je je aanmelden als vraaggezin of steungezin.