Trans World Radio nodigde me uit om een serie van vijf overdenkingen op te nemen voor ‘Op weg met de Bijbel’. Hierboven kun je de tweede aflevering beluisteren, met als thema: ‘Dankbaar voor dingen die God al heeft gedaan’. Deze is uitgezonden op 1 november 2022 op Groot Nieuws Radio. Hier kun je terug naar de eerste aflevering of verder naar de derde aflevering. Hieronder kun je de aflevering teruglezen.
Fijn dat je luistert naar ‘Op weg met de Bijbel’. Mijn naam is Imke Wijnhorst. Ik ben ontwikkelingspsycholoog, echtgenote en moeder en deze week hebben we het over het thema ‘Dankbaarheid’. Gisteren hebben we gezien waarom God van ons vraagt om dankbaar te zijn. Vandaag zoomen we in op hoe mooi het is om te danken voor dingen die God heeft gedaan voor jou, in jouw leven. Daarvoor wil ik beginnen om met jullie het verhaal van Hanna te lezen, in 1 Samuël 1.
In Rama, in de streek Suf, in het gebergte van Efraïm, woonde Elkana. Hij was de zoon van Jeroham, zijn grootvader heette Elihu en zijn overgrootvader Tochu. Tochu stamde af van Suf en behoorde tot de stam Efraïm. Elkana had twee vrouwen, Hanna en Peninna. Peninna had kinderen, maar Hanna was tot nog toe kinderloos gebleven.
Elk jaar reisde Elkana met zijn gezin naar de tabernakel in Silo om de Here te aanbidden en offers te brengen. De dienstdoende priesters daar waren Hofni en Pinechas, de zonen van Eli. Op de dag dat hij zijn offer bracht, gaf Elkana daarvan enkele delen aan Peninna en haar kinderen. Maar Hanna gaf hij tweemaal zoveel, omdat hij erg veel van haar hield, ondanks haar kinderloosheid. Peninna maakte Hanna het leven nog moeilijker door haar voortdurend te pesten met haar onvruchtbaarheid. Zo ging het elk jaar wanneer Elkana op reis ging. Telkens lachte Peninna haar uit en plaagde haar onderweg. Dat maakte Hanna dan zo overstuur dat zij begon te huilen en geen hap door haar keel kon krijgen. ‘Wat is er toch, Hanna?’ vroeg Elkana dan. ‘Waarom eet je niets en heb je zoʼn verdriet? Ben ik je dan niet meer waard dan tien zonen?’ Nadat zij hadden gegeten, stond Hanna op en ging naar de tabernakel. De priester Eli zat op een bankje bij de ingang. Hanna was vertwijfeld en huilde bittere tranen, terwijl zij tot de Here bad. In haar gebed deed zij een belofte: ‘Och Here, luister toch naar mijn ellende, beantwoord mijn gebed en geef mij een zoon. Als U dat doet, dan beloof ik U dat ik hem aan U zal teruggeven. Hij zal voor zijn hele leven aan U toebehoren: daarom zal zijn haar nooit worden afgeknipt.’
Eli zag haar mond bewegen tijdens haar stil gebed. Maar omdat hij geen geluid hoorde, dacht hij dat zij dronken was. ‘Hoe haalt u het in uw hoofd hier dronken binnen te komen!’ zei hij. ‘Ga eerst uw roes uitslapen.’ ‘U vergist u, meneer!’ antwoordde Hanna onthutst. ‘Ik ben alleen vreselijk verdrietig en heb mijn hart bij de Here uitgestort. Ik had Hem vanwege mijn verdriet zoveel te vertellen! U moet echt niet denken dat ik dronken ben!’ ‘In dat geval,’ meende Eli, ‘kunt u gerust zijn! De God van Israël zal uw gebed verhoren.’ ‘Denk alstublieft nog eens aan mij!’ riep Hanna en ging weg. Vanaf dat moment begon zij weer te eten en zag zij er niet meer zo verdrietig uit.
Het hele gezin stond de volgende morgen vroeg op en ging naar de tabernakel om de Here nog eenmaal te aanbidden. Daarna gingen zij terug naar Rama en toen Elkana kort daarna gemeenschap had met Hanna, dacht de Here aan haar. Hanna werd zwanger en bracht na verloop van tijd een zoon ter wereld. Zij noemde hem Samuël, ‘Want ik heb de Here om dit kind gevraagd,’ zo legde ze uit. Het volgende jaar ging Elkana alleen met Peninna en haar kinderen naar de tabernakel in Silo. Hanna bleef thuis en zei tegen Elkana: ‘Als de baby geen borstvoeding meer nodig heeft, neem ik hem mee naar de tabernakel. Dan zal hij voor de Here verschijnen en daar voorgoed blijven.’ ‘Doe maar wat jij goed vindt,’ zei Elkana. ‘Moge de wil van de Here worden gedaan.’ Zij bleef dus thuis tot het kind geen borstvoeding meer nodig had.
Toen nam zij de jongen—ondanks het feit dat hij nog erg klein was—mee naar de tabernakel van de Here in Silo. Als offer nam zij een driejarige stier, ruim twintig liter meel en wat wijn mee. Nadat zij de stier had geofferd, ging zij met het kind naar Eli. ‘Herinnert u zich mij nog?’ vroeg Hanna hem. ‘Ik ben de vrouw die hier destijds stond te bidden tot de Here! Om dit kind heb ik toen gebeden en de Here heeft mijn gebed verhoord. Daarom geef ik hem nu voor zijn hele leven aan de Here.’ En ze liet het kind daar achter voor de Here.
Daarna zong Hanna een loflied voor de Here:
‘Wat heeft de Here mij blij gemaakt! Wat een kracht heeft Hij mij gegeven! Nu kan ik vrijuit tegen mijn vijanden spreken, want de Here heeft mij verlost. Wat een vreugde! Niemand is zo heilig als de Here! Er is geen andere God, geen andere Rots dan onze God. En zo gaat haar lied nog even verder.
Veel van ons zullen zich wel kunnen herkennen in het verhaal van Hanna. We maken allemaal in ons leven dingen mee die ons verdrietig maken. We komen in omstandigheden waarin we geen uitweg zien. Maar toen hebben we ons hart uitgestort bij de Heer. We baden of Hij nieuwe deuren voor ons wilde openen. In de zoektocht naar een huis, een partner, een nieuwe baan of gezondheid, baden we of Hij wilde voorzien. En dat deed Hij! Hij is een goede Vader die graag voor Zijn kinderen zorgt. Hij zegende ons. Misschien niet precies op de manier die we hadden verwacht. Maar er kwam weer licht in onze duisternis, hoop in ons verdriet, een uitweg uit omstandigheden waar we in vast leken te zitten. Wat kunnen we God daar enorm dankbaar voor zijn!
Vandaag wil ik je uitdagen om eens te bedenken welke dingen God allemaal al voor jou heeft gedaan. Soms kunnen dat dingen zijn waarin je duidelijk Zijn hand ervaren hebt. Soms was die nieuwe baan daar ineens en heb je misschien niet eens gemerkt dat God er bij betrokken was. Of ben je al langere tijd gezond en ben je er zo aan gewend dat het je niet eens meer opvalt. Maar als we er goed over nadenken, zijn er zoveel dingen om dankbaar voor te zijn!
Iets wat we daarin misschien snel vergeten maar wat niet minder belangrijk is om voor te danken, is het feit dat we Jezus hebben mogen leren kennen. Zoveel mensen op deze wereld leven zonder Hem en hebben geen hoop, geen zekerheid. Misschien omdat nog nooit iemand ze over Hem heeft verteld, of omdat hun ogen gesloten zijn voor Zijn goedheid. Hoe dankbaar mogen wij als gelovigen zijn dat er een dag in ons leven is geweest waarop God onze ogen wél geopend heeft en we Zijn liefde voor ons gingen zien en ervaren.
In Lukas 7 vanaf vers 36 lezen we een verhaal over een vrouw die bij Jezus aan tafel aanlag en Zijn voeten waste met haar tranen, afdroogde met haar haren en zalfde met kostbare parfum. De Farizeeën vonden het maar raar dat Jezus Zich door haar liet aanraken. Maar Jezus legde hen uit dat deze vrouw hiermee haar dankbaarheid toonde: haar waren veel zonden vergeven. Deze vrouw besefte zich maar al te goed wat Jezus voor haar had gedaan en toonde haar dankbaarheid aan Hem.
Daarnaast kunnen alledaagse dingen, die we vaak zo vanzelfsprekend vinden, prachtige dankpunten zijn. Wellicht ben je gewend om God te danken voor je eten, maar heb je er wel eens verder over nagedacht hoe bijzonder het eigenlijk is dat we hier in Nederland elke dag te eten hebben? En wat er allemaal bij komt kijken om dat mogelijk te maken? Boeren die zaad zaaien, hun land bewerken, besproeien in droge zomers en vervolgens oogsten. Die oogst wordt opgehaald en naar fabrieken gebracht waar het wordt verwerkt en verpakt. Van daaruit gaat het naar distributiecentra, waar vrachtwagens het weer ophalen en naar jouw supermarkt om de hoek brengen. Vervolgens hebben de meeste Nederlanders een baan of uitkering waardoor ze over voldoende geld beschikken om naar de supermarkt te gaan en eten te kopen. Ten slotte weet je ook nog hoe je het eten vers moet houden en klaar moet maken, bijvoorbeeld omdat je dat van je moeder hebt geleerd. Je hebt een koelkast, een kookplaat en pannen in huis (wat was er allemaal voor nodig om die daar te brengen…) Je bent in staat een maaltijd op tafel te zetten. Kortom: een hele keten van processen die naadloos op elkaar aansluiten waardoor jij minstens drie keer per dag een bord met eten voor je hebt staan.
Als ik soms kijk naar beelden uit Afrika, waar mensen niet elke dag werk hebben en dus niet altijd genoeg geld verdienen om eten te kopen, waar mensen zelf hun voedsel moeten verbouwen en waar het weer of andere omstandigheden ervoor kunnen zorgen dat een oogst mislukt, waar kinderen soms dagenlang geen eten hebben… dan dringt het tot me door hoe weinig we hier in Nederland eigenlijk beseffen dat wij het enorm goed hebben. Daar mogen we onze hemelse Vader intens dankbaar voor zijn!
Ik heb een leuke oefening voor je om zometeen of morgenochtend eens te doen. Pak een pen en een vel papier en neem eens een paar minuten de tijd om rond te kijken in je huis. Schrijf 10 voorwerpen op die je in huis ziet die je heel regelmatig gebruikt en waar je blij mee bent. Dat kan van alles zijn: van je mobiele telefoon tot je fijne koffiemok, van je favoriete kledingstuk tot je luie stoel. Neem vervolgens bij ieder voorwerp even de tijd om na te denken waar het vandaan komt. Misschien staat erop waar het is geproduceerd. Denk eens na hoeveel mensenhanden er aan meegewerkt hebben om dit product bij jou in huis te krijgen. Van de grondstoffen tot aan het eindresultaat, van fabrieksarbeiders tot ontwerpers en winkelmedewerkers. Dank God vervolgens voor al deze mensen die er aan bij gedragen hebben dat jij dagelijks zo kan genieten van dit voorwerp.
Dan nog even terug naar het verhaal van Hanna. Hoe dankte zij God? Ze liet het niet bij het uitspreken van haar dankbaarheid in haar gebeden. Ze maakte haar dankbaarheid tastbaar. Ze nam een driejarige stier, ruim twintig liter meel en wat wijn mee naar de tabernakel als een offer. Maar bovenal nam ze Samuël mee, de zoon waar ze om had gebeden. Ze gaf dat wat ze van God had gekregen, terug aan Hem.
Hoe kunnen wij dit in ons leven praktisch maken? Ik denk niet dat we al onze kinderen in de kerk hoeven te laten wonen. Maar we kunnen wel vanuit oprechte dankbaarheid de dingen die we van God gekregen hebben, teruggeven aan Hem. Heeft Hij je gezegend met een mooi nieuw huis? Dank Hem ervoor, enerzijds door in je gebed uit te spreken “Dank U Vader, dat U ons zo’n prachtig, fijn nieuw huis hebt gegeven!”. Anderzijds door het huis aan Hem terug te geven. Je mag van harte zeggen: “Vader, dit huis hebben we van U gekregen en we geven het aan U terug. Wilt U het gebruiken tot eer en glorie van Uw Naam? Laat het huis een zegen mogen zijn voor velen en moge Uw Koninkrijk uitgebreid worden in dit huis.” Wie weet geeft God je inspiratie om een Bijbelstudie te houden in je huis, of om gastvrij mensen te ontvangen. Zie het huis dat je gekregen hebt als een plek waar je Hem wilt eren. Vrienden van ons kochten onlangs een nieuw huis en bij de koop zagen ze al voor zich dat het een plek zou zijn waar ze mensen met elkaar in verbinding zouden kunnen brengen. Hoe ga jij datgene wat God jou gegeven heeft, inzetten voor Hem? Hoe toon jij God jouw dankbaarheid voor je baan, je gezin of je gezondheid?
In dit kader moet ik ook denken aan het Bijbelverhaal van Ruth. Zij was met haar schoonmoeder Naomi meegegaan naar Juda, naar Bethlehem. Hun mannen waren gestorven dus ze hadden niemand die financieel voor hen zorgde. Ruth besloot om graan te gaan rapen op de akkers. Geen leuk klusje, ik kan me zo voorstellen dat het best vernederend voelt om de restjes op te moeten rapen. Maar Ruth was God dankbaar dat ze toch wat te eten bij elkaar kon sprokkelen voor haar en haar schoonmoeder. Een prachtig voorbeeld van dankbaarheid voor de kleine dingen!
Ik kan me herinneren dat mijn ouders vroeger een prachtig gedichtje in mijn poesiealbum hebben geschreven:
Wees blij met kleine dingen, met een bloemetje dat bloeit. Met de vogeltjes die zingen, met een vlindertje dat stoeit. Met de heldere regendruppels, met de blijde zonneschijn. Wees blij met kleine dingen en je zult gelukkig zijn.
Dat is de kern van wat ik jullie vandaag wil meegeven. Wees blij met alle kleine, en grote, dingen die God je gegeven heeft. Veel dingen die wij als normaal beschouwen, zijn niet vanzelfsprekend, wat een rijkdom zit er in om je dat te beseffen! Daar mogen we Hem voor danken, en zoals we gisteren bespraken, zal die dankbaarheid ons vervullen met Zijn vreugde!
Morgen wil ik graag met jullie nadenken over hoe we God kunnen danken voor dingen die God nog gaat doen. Donderdag gaan we het hebben over hoe je God kunt danken te midden van de stormen van het leven en waarom juist dan dankbaarheid zo belangrijk is. Vrijdag sluiten we deze week over dankbaarheid af met praktische tips om dankbaarheid een vast patroon in je leven te maken. Hopelijk luister je morgen weer!