Bang, maar toch dapper


“Wees niet bang, Maria”. Dit zei de engel Gabriël tegen Maria, toen hij haar het nieuws kwam brengen dat ze zwanger zou worden van Gods Zoon. Hoe vaak zeggen we dit ook niet tegen onze kinderen: “Je hoeft niet bang te zijn.” Waar het voor Maria leek te helpen, heb ik zelf gemerkt dat dit vaak juist niet helpt. Kinderen kunnen denken: ‘dat kun je wel zeggen, dat ik niet bang hoef te zijn, maar ik ben wél bang’. Hoe kun je hen dan toch helpen?

Neem bijvoorbeeld Laura. Als er een klein beestje op haar kamer zit, durft ze daar niet te spelen, laat staan te gaan slapen. Hoe vaak haar ouders ook hebben gezegd: “Je hoeft niet bang te zijn.” Van alles hebben ze er over uitgelegd. Dat Laura groter is dan het spinnetje, dat het beestje bang is voor haar, dat hij niet kan bijten of prikken. Toch is ze bang en moet één van haar ouders écht dat beestje weghalen, anders gaat ze niet slapen.

Wat wél werkt, is om je kind te leren om ondanks de angst, toch dapper te zijn. Allereerst door begrip te tonen voor de angst: “Ik snap dat je bang bent.” Daarna mag je uitleggen dat je kind, terwijl het bang is, toch ook dapper mag zijn. Dapper zijn is iets doen wat je eigenlijk niet goed durft. Terwijl je bang bent, het tóch doen.

De ouders van Laura moedigen haar aan om zelf, met een kruimeldief, een zilvervisje op te zuigen die op de muur van haar slaapkamer kruipt. “Maar ik durf niet”, zegt Laura. “Ik snap dat je bang bent, maar ik ben bij je, en ik weet zeker dat jij zo dapper kunt zijn dat je hem tóch op kunt zuigen”,  zegt haar moeder. Ze legt Laura uit hoe ze de kruimeldief het beste vast kan houden en dat zij het beestje in de gaten zal houden als het toch wegloopt. Dan zet Laura de kruimeldief aan en vol spanning beweegt ze die heel voorzichtig naar het zilvervisje toe… en ze zuigt hem op!

Door je kind aan te moedigen om dapper te zijn, ondanks de angst, geef je erkenning dat het best bang mag zijn. Angst is een reële emotie. Als je zegt: “wees niet bang” dan krijgt je kind het gevoel dat zijn angst er niet mag zijn. Dan ontstaat er een soort strijd over het wel of niet bang mogen zijn. Beter kun je die strijd vermijden door de angst toe te laten. Die mag er zijn. Maar ondanks de angst, ga ik je toch leren om te doen wat je eigenlijk spannend vindt. En juist door die ervaring op te doen, kan de angst steeds kleiner worden.

Denk ook maar eens aan jezelf, toen je bijvoorbeeld voor de eerste keer een presentatie moest geven. Toen was je ook bang. Niemand zei dat je niet bang mocht zijn. Je vond het eng en dat was terecht, want je had het nog nooit gedaan. Maar door het vaker te doen, werd de angst steeds kleiner. Zo mag ook de angst van jouw kind, of het nu voor beestjes of voor iets anders is, steeds kleiner worden. Maar wel doordat er ruimte is voor de angst.

Maria was erg dapper: ze ging het gesprek aan met de engel, vroeg om verheldering (“Maar hoe kan ik een kind krijgen? Ik ben nog maagd.”) en ging aan wat de engel zei (“Goed, de Here mag met mij doen wat Hij wil”). Dankzij haar dapperheid mogen we deze week Kerst vieren. Ik wens jou en je gezin een hele gezegende Kerst toe en veel dapperheid in het nieuwe jaar!

Imke

Onzekerheid is een gezond signaal

Gezinsfundament (418)Veel mensen kennen het gevoel wel: onzekerheid. Doe ik het wel goed? Maak ik de juiste keuze? Wellicht herkennen we het ook in onze kinderen. Meiden die onzeker zijn over hun uiterlijk. Jongens die een beetje verlegen zijn, of juist uit onzekerheid een grote mond hebben. We bestempelen onzekerheid vaak als een vervelend gevoel dat we liever niet hebben. Maar ik ontdekte dat onzekerheid eigenlijk een heel gezond signaal is! Lees verder

Knuffelen is gezond

Gezinsfundament_knuffelen-is-gezondEven een dikke knuffel als je elkaar weer ziet of om te laten merken dat je van je kind houdt. Een stoeipartijtje of armpje drukken met je zoon. Een schouderklopje geven als je kind iets goed doet. Je dochters die elkaars haren vlechten of elkaar een massage geven. Lichamelijke aanrakingen doen ons en onze kinderen goed en zijn ook nog eens super gezond!

Lees verder

Je kind leren nee te zeggen


We willen graag dat onze kinderen voor zichzelf op komen en in staat zijn om nee te zeggen. Op jonge leeftijd wanneer iemand een ander kind iets afpakt of een spelletje wil doen dat jouw kind niet leuk vindt. Wanneer ze iets ouder zijn, wanneer ze gepest worden, of wanneer ze uitgedaagd worden om mee te doen met alcohol drinken, drugs gebruiken, sexting (het versturen van seksueel getinte foto’s via internet of mobiele telefoon) of het vernielen van een bushokje. Hoe kunnen we kinderen leren dat ze nee mogen zeggen en op een goede manier hun grenzen aan te geven? Lees verder

Je kind leren hindernissen te overwinnen

Gezinsfundament (381)Als ik kijk naar mensen die hordelopen, dan denk ik altijd: “wat een hoge hindernissen!” Ik vraag me dan vaak af hoe ze daar overheen komen. Maar toch springen de atleten hier steeds weer overheen. Op een vergelijkbare manier komen onze kinderen zo nu en dan hindernissen tegen op hun levenspad. Als wij als ouders hier naar kijken, kunnen we denken dat de hindernissen te hoog en te moeilijk voor ze zijn. We kunnen dan de neiging hebben om onze kinderen te hulp te schieten en de hindernissen voor ze weg te nemen, door hun problemen voor ze op te lossen. Maar eigenlijk is het veel beter om onze kinderen zélf over hun hordes heen te laten komen.  Lees verder