Emoties: vriend of vijand? – deel 2

Vorige week schreef ik een blog over emoties. Als ouder heb je in de opvoeding te maken met je eigen emoties en met die van je kind. Daarom is het goed eerst je eigen emoties te begrijpen en onder controle te hebben. Daar kan de blog van vorige week je bij helpen. Deze week kijken we hoe je je kinderen kunt stimuleren in hun emotionele ontwikkeling. Hoe help je ze hún emoties te begrijpen en er goed mee om te gaan? Zodat emoties in jullie gezin als vrienden zijn die jullie helpen.

Ik schreef vorige week al dat het goed is om met je partner over je emoties te praten. Het geeft steun, je leert elkaar beter kennen en je kunt elkaar helpen. Ditzelfde geldt ook met je kinderen. Het praten over emoties is voor je kinderen zelfs nóg belangrijker. Ze ervaren niet alleen jouw steun en hulp, maar leren er ook veel van. Je kunt je indenken dat een kind dat zich voor het eerst schaamt of jaloers is, niet weet wat hem overkomt. Hij heeft een vervelend gevoel maar heeft dit nog nooit eerder meegemaakt en weet niet wat het is. Door als ouder met je kind te praten over wat hij voelt, help je hem zijn emoties te interpreteren en te begrijpen.

Emoties van kinderen kunnen soms best heftig zijn. Als ouder kun je de neiging hebben om te zeggen “huil maar niet” of “doe eens niet zo boos”.  Maar daarmee geef je het signaal dat de emoties van je kind er niet mogen zijn. Terwijl God emoties met een doel in ons heeft gelegd (zie de blog van vorige week). In plaats van te zeggen dat je kind maar niet moet huilen, is het daarom beter om te benoemen wat je kind voelt: “Je bent verdrietig omdat je dit weekend niet bij opa en oma kunt logeren. Je had je er zo op verheugd.” Je kind leert hierdoor zijn emoties herkennen en er woorden aan te geven. Bovendien geeft het hem een gevoel dat hij gezien en gehoord wordt. Ook positieve emoties kun je benoemen: “Ik zie dat je hier blij van wordt, je vindt het leuk om met poppen te spelen.” Door regelmatig de emoties van je kind te benoemen, leer je hem dit zelf ook te doen.

Naast praten over de emoties van je kind, is het ook waardevol om je kinderen een goed voorbeeld te geven in het praten over emoties. Dit kun je doen door ook regelmatig te vertellen welke emoties jij ervaart bij de dingen die je doet en meemaakt. Bijvoorbeeld als je schrikt van een kat die voor je fiets de straat oversteekt, of als je blij wordt omdat je leuk nieuws hebt gehoord. Door jouw emoties te benoemen, leer je kinderen dat het normaal is om hierover te praten. Bovendien gaan ze jou beter begrijpen. Maakt iets je echter heel erg boos of heb je om een andere reden hele heftige emoties? Kijk dan of het lukt deze voor je te houden en op een ander moment met je partner te bespreken, want je kinderen zouden van hele heftige emoties kunnen schrikken.

Als je kind ergens boos, bang of verdrietig is geworden, kalmeert het hem vaak al een heel stuk door hierover te praten. Blijft je kind hierna alsnog in de emotie hangen, dan kun je je kind iets anders belangrijks leren. Namelijk hoe je je aandacht kunt focussen op iets anders. Van nature doe je dit als ouder vaak al snel. Huilt je baby, dan wieg je hem terwijl je een rondje met hem loopt zodat hij iets anders kan bekijken of je biedt hem een speelgoedje aan. Pasgeboren baby’s  zijn nog niet in staat om zelf hun emoties te reguleren, oftewel: rust en afleiding te zoeken. Worden kinderen iets groter, dan kun je al gaan zien dat ze bijvoorbeeld hun hoofd wegdraaien als ze iets vervelends zien of op een bijtring bijten om de pijn van het doorkomen van tandjes minder te voelen. Toch is het ook bij iets grotere kinderen nog goed om hen te helpen hun aandacht te focussen op iets leuks. In het voorbeeld dat ik eerder noemde van het kind dat verdrietig is omdat hij niet bij opa en oma kan logeren, zou je kunnen zeggen: “maar volgende week gaan we wel bij opa en oma op visite”. Of juist: “maar in het weekend gaan we wel iets anders leuks doen, namelijk naar de dierentuin”. Het beste werkt het als je er meteen iets aan kunt verbinden waar je kind direct mee aan de slag kan. Bijvoorbeeld een kleurplaat kleuren over de dierentuin of een spelletje dat jullie nu direct gaan doen. Dan wordt zijn aandacht voor een langere tijd (namelijk tijdens het kleuren of het spel) op iets leuks gericht en verdwijnt het verdriet al snel naar de achtergrond.

Vergeet dan vervolgens echter niet om als ouder wel lering te trekken uit de emoties van je kind. Daarmee behouden emoties wel hun waarde als waarschuwingssignaal. Vindt je kind het altijd erg vervelend als logeerpartijtjes op het laatste moment niet doorgaan en gebeurt dat regelmatig? Vertel dan voortaan pas dat hij mag gaan logeren, als het helemaal zeker is dat het doorgaat (bijvoorbeeld op de dag zelf). Of is je dochter altijd van slag als jullie in de vakantie meerdere dagen uitstapjes hebben gemaakt? Kijk dan of jullie wat meer tijd thuis kunnen doorbrengen zodat ze wat meer rust heeft. In veel gevallen doen we automatisch al iets met de signalen die de emoties van je kind je geven. Als je baby lacht wanneer je ‘kiekeboe’ speelt, ga je dat vaker doen. Zie je dat je kind geniet van spelen in de speeltuin, dan ga je vaker naar de speeltuin toe. Maar toch is het goed om je hiervan bewust te zijn, dat je de emoties van je kind serieus neemt en er waar mogelijk iets mee doet.

Kijk echter wel goed naar hóe je luistert naar de emoties van je kind. Soms kan je kind boos worden als hij iets niet mag, wanneer jij als ouder een grens stelt. Dat is begrijpelijk, want het is niet leuk dat hij geen tv mag kijken of dat niet laat op mag blijven. Als hij erg boos of driftig wordt, kun je als ouder de neiging hebben om hiervoor te zwichten en toe te geven. Dat is echter niet de bedoeling. Daarmee leer je je kind allereerst dat hij het in huis voor het zeggen heeft; iets wat je niet wilt. Bovendien leer je hem dat driftbuien zinvol zijn om zijn zin te krijgen. Op zo’n moment is het erg belangrijk om emoties wel te benoemen (“ik begrijp dat je het vervelend vindt dat je dit niet mag”) maar vervolgens wel consequent te blijven.

Negeer je daarmee de emoties van je kind? Nee, dat niet. De manier waarop je kind reageert op jouw grenzen, kun je namelijk wel als signaal gebruiken of jouw aanpak goed is. Als je op een gezonde manier grenzen stelt, zul je merken dat je kind al snel in de gaten heeft dat boos worden geen zin heeft en gaat hij op den duur met weinig tegenstribbelen mee in wat je van hem verwacht. Echter kan het ook zijn dat je kind bij elke ‘nee’ erg driftig blijft reageren. Dit overkwam Nancy: haar zoontje Sem sloeg en beet haar regelmatig. Dit was voor haar het signaal dat er iets moest veranderen in haar aanpak. Ze ontdekte dat ze op een ongezonde manier grenzen stelde. Toen ze dit veranderde, werd Sem veel beter te hanteren. Dus zelfs als je je kind geen gelijk kunt geven, kun je zijn emoties wel serieus nemen door ze te gebruiken om jouw aanpak te evalueren.

Wat sowieso goed werkt bij het stellen van grenzen, is om het gesprek aan te gaan vanuit het perspectief van het kind. Bijvoorbeeld als je kind leuk aan het spelen is en jullie moeten gaan eten, kom dan niet ineens met “leg je speelgoed weg, we gaan eten” maar benoem eerst wat je kind aan het doen is: “Wat ben je leuk aan het spelen met je lego! Wat wordt het een mooie toren! Straks na het eten kun je er weer mee verder spelen, we gaan zometeen eerst even lekker eten.” Door eerst te benoemen wat je kind aan het doen is, bevestig je hem in wie hij is en in wat hij doet. Dit doe je bij baby’s vanzelfsprekend: “Je hebt honger, je mag lekker drinken”, “Je hebt het koud, ik sla snel een handdoek om je heen”. Maar ook bij oudere kinderen is het goed om regelmatig te benoemen wat ze aan het doen zijn. Dit kun je mooi combineren met het benoemen van de emoties die daarbij gepaard gaan, zoals “Je bent aan het knutselen en zo te zien vind je het erg leuk!” of: “Je probeert een toren te bouwen maar hij valt steeds om en dat vind je vervelend.” Als geheugensteuntje: begin een gesprek met je kind standaard met het benoemen wat je kind aan het doen is. Dit helpt je om je aandacht te focussen op het perspectief en de beleving van je kind, in plaats van op bijvoorbeeld je eigen tijdsplanning.

Dat je emoties benoemt, meeleeft met je kind en begrip toont, betekent niet dat je altijd alles voor je kind oplost. Naarmate kinderen ouder worden, is het goed als ze steeds meer zelfstandig worden. Baalt je 9-jarige dochter omdat ze haar tas op school heeft laten liggen, dan lijkt het makkelijk om die voor haar op te halen. Maar als je haar wilt leren om er voortaan beter aan te denken, dan kan het beter zijn om haar die zelf op te laten halen. Dan leert ze het meeste van haar eigen emoties.

Om de emoties van je kind te leren kennen, kun je ook kijken naar zijn spel. Kinderen verwerken hun emoties namelijk in hun spel. Heeft je kind bijvoorbeeld pas een ambulance op straat zien rijden, dan kan het zijn dat hij een poosje in zijn spel ook steeds een ambulance laat meedoen. Hoe heftiger de emotie was, hoe meer je bepaalde thema’s kunt gaan terugzien in het spel van je kind. Dit is een hele gezonde manier waarop kinderen hun emoties een plek geven. Herken je bepaalde dingen die steeds terugkomen in het spel van je kind, dan kan dit een aanleiding zijn om hierover te praten. In het voorbeeld van de ambulance: “Vorige week zagen we buiten ook een ambulance rijden hè? Was je daarvan geschrokken?” Als je zelf niet weet wat je kind heeft meegemaakt waardoor hij nu steeds met een ambulance speelt, dan kun je de vraag meer open stellen: “Heb je in het echt ook wel eens een ambulance zien rijden?” Dit opent een gesprek waarin je kind zijn emoties met je kan delen. Ook leuke dingen kunnen terugkomen in het spel van je kind. Vindt je dochter het fascinerend om boodschappen te doen, dan speelt zij wellicht vaak winkeltje. Je kunt dan benoemen: “Je vindt het leuk om boodschappen te doen hè? Heb je zin om straks ook even een boodschapje te gaan doen samen?”

Een andere manier om de emoties van je kind te ontdekken, is door te vragen waar je voor zou kunnen danken en bidden voor haar. Als je dit regelmatig doet, raakt je kind eraan gewend dat ze ’s avonds voor het slapen gaan haar moeilijke en leuke momenten samen met jou bij de Heer brengt. Als dit steeds weer prettige momenten zijn, dan zal je kind steeds opener worden om haar emoties van die dag op zo’n moment met je te delen.

Wat kun je op welke leeftijd verwachten van je kind op het gebied van de omgang met zijn emoties? Een aantal leuke weetjes:

  • Baby’s beginnen tussen de 7 en 10 maanden te kijken naar jouw emoties in een onbekende situatie, om te zien hoe jij reageert en of het dus ‘veilig’ is. Ze zijn dus al in staat om jouw emoties te herkennen en te interpreteren.
  • Baby’s zijn voor de emoteregulatie volledig afhankelijk van ouders. Vanaf 1 jaar kunnen ze al een beetje zelf hun emoties reguleren (denk aan zichzelf wiegen, ergens op bijten, of zich afkeren van iets vervelends).
  • Als peuter leren ze dit, met hulp van ouders, steeds beter. Door te praten over emoties leer je ze om anders naar een situatie te kijken of om hun aandacht op iets anders te focussen.
  • Kleuters begrijpen dat emoties kunnen ontstaan door het denken aan iets uit het verleden.
  • Tussen de 6 en 10 jaar worden kinderen zich steeds meer bewust dat mensen verschillende emoties kunnen hebben bij een zelfde gebeurtenis.

Dat mensen verschillende emoties kunnen hebben in eenzelfde situatie, herken je waarschijnlijk ook wel bij je kinderen. Je ene kind kruipt achter je rok als jullie een vreemde tegenkomen die tegen jullie begint te praten, terwijl een ander kind juist nieuwsgierig is en de vreemde vragen stelt. Deze verschillen tussen kinderen noemen we ook wel hun temperament. Het temperament van kinderen bepaalt welke emoties kinderen van nature laten zien in bepaalde situaties. Sommige kinderen hebben een makkelijk temperament, anderen een moeilijker temperament. Dit vraagt meer geduld van ouders. Maar als je hier steeds rustig op reageert, emoties benoemt en er goed mee omgaat, dan kan het temperament van je kind wel verbeteren. Een mooie uitdaging dus om oog te hebben voor de emoties van je kind en je eigen emoties hierbij onder controle te houden!

Ik wens jullie veel plezier de komende periode met het hebben van gesprekken met je kinderen over hun emoties!

Imke