Bevriend met je kind

Bevriend met je kind

Als ouders willen we graag een goede band hebben met onze kinderen. Dat is een mooi verlangen. We willen bevriend zijn met onze kinderen. Dat houdt voor een deel van de ouders in dat we onze kinderen zien als gelijk aan onszelf. Kinderen zijn ook mensen, die hun eigen keuzes mogen maken. We willen niet dat onze kinderen ons zien als streng en luisteren daarom zoveel mogelijk naar wat ons kind graag wil in plaats van dat we strakke regels hanteren. Het voelt wellicht prettig om vooral vriendelijk en aardig te zijn voor onze kinderen, maar is dit wel waar kinderen echt behoefte aan hebben?

De bekende psycholoog Erik Erikson, onderzocht samen met anderen de volgende twee aspecten in de opvoeding: aan de ene kant het accepteren van onze kinderen zoals ze zijn en liefdevol op hen reageren; aan de andere kant het hebben van verwachtingen en het uitoefenen van controle over het gedrag van onze kinderen. Wat zijn de effecten hiervan op de lange termijn? Wat hebben kinderen nodig?

Voordat we naar de effecten kijken, gaan we eerst nog even nader bekijken wat precies met deze twee aspecten wordt bedoeld. Zo weten we goed waar we het over hebben. Wellicht herken je bepaalde opvoedvaardigheden bij jezelf.

Allereerst, wat Erikson het acceptatie- en reactievermogen noemt, dit bestaat uit:

  • Je kinderen steunen;
  • Genegenheid tonen;
  • Lachen naar je kind;
  • Je inleven in je kind;
  • Met je kind praten;
  • Je kind stimuleren;
  • Je kind prijzen;
  • Je kind bemoedigen;
  • Je kind warmte tonen.

Het tegenovergestelde hiervan is het volgende:

  • Kritisch zijn naar je kind;
  • Je kind kleineren;
  • Je kind straffen;
  • Je kind negeren;
  • Zelden communiceren dat je je kinderen waardeert en liefhebt.

Dan vervolgens het andere aspect, dat Erikson ‘verwachtingen en controle’ noemt. Dit houdt in:

  • Ouders hanteren regels (en stellen daarmee grenzen aan de vrijheid van het kind);
  • Ouders zien er actief op toe dat de regels worden nageleefd.

Het tegenovergestelde hiervan bestaat uit:

  • Ouders die relatief weinig van hun kind vragen;
  • Ouders die hun kinderen meer vrijheid geven om hun eigen beslissingen te nemen;
  • Ouders die het kind toestaan om hun gevoelens en impulsen vrij te uiten;
  • Ouders die weinig toezicht houden op de activiteiten van het kind;
  • Ouders die zelden strenge controle uitoefenen over het gedrag van hun kind.

Van het eerste aspect weten we allemaal dat het beter is om warmte te tonen dan ons kind af te wijzen. Voordelen van zo’n accepterende houding zijn onder andere dat kinderen vaker een gezonde hechting opbouwen, socialer worden, makkelijker vriendschappen aangaan, zelfvertrouwen opbouwen en een gevoel van moraliteit opbouwen (goed willen zijn voor de ander). Krijgen kinderen echter het gevoel dat ze de aandacht en genegenheid van ouders niet waard zijn, dan gaan ze vaak moeilijker vriendschappen aan, zijn vaker depressief en hebben later in het leven mogelijk andere aanpassingsproblemen. Kinderen komen niet tot bloei wanneer ze vaak genegeerd of afgewezen worden.

Wat het tweede aspect betreft: is het beter voor ouders om zeer controlerend te zijn of om minder regels op te leggen en kinderen meer autonomie te geven? Om dat te bepalen, wordt gekeken naar de combinaties die er zijn van deze twee aspecten in de opvoeding. Er zijn vier combinaties te maken, die resulteren in vier opvoedstijlen:

Afwijzen en/of negeren Accepteren en reageren
Het kind mag zelf bepalen Niet-betrokken ouders Toegeeflijke ouders
Regels en controle Autoritaire ouders Autoritatieve ouders
(makkelijker gezegd: doelbewust liefhebben)

 

Omdat we al weten dat accepteren en reageren goed zijn voor kinderen, kijken we naar het verschil tussen toegeeflijke ouders en autoritatieve ouders. Ofwel, naar het verschil tussen ouders die, naast dat ze hun kinderen warmte en liefde tonen, wel of niet duidelijke regels en controle hanteren in de opvoeding.

Onderzoek van Diana Baumrind laat zien dat kinderen van ouders die doelbewust liefhebben en daarbij duidelijke regels en consequenties hanteren, maar ondertussen ook oog hebben voor de behoeften van hun kind en hun kinderen accepteren en warmte geven, zich goed ontwikkelden. Ze waren opgewekt, sociaal verantwoordelijk, zelfstandig, prestatiegericht en konden goed samenwerken met volwassenen en leeftijdsgenoten.

Kinderen van toegeeflijke ouders daarentegen, waren vaker agressief en impulsief, met name als het jongens waren. Ze neigden ernaar bazig en zelfgericht te zijn, weinig zelfcontrole te hebben, weinig zelfstandig te zijn en minder te presteren. Ze hadden minder cognitieve en sociale vaardigheden. Dit effect hield aan tot in de adolescentie, dus kennelijk is het niet zo dat kinderen later vanzelf wel leren zichzelf beter te beheersen.

Kennelijk hebben kinderen toch echt behoefte aan grenzen. Dat komt overeen met wat we in de Bijbel tegenkomen. Kijk bijvoorbeeld maar eens in Spreuken:

Spreuken 13:24 Wie nooit bijstuurt, houdt niet echt van zijn kinderen; maar wie zijn zoon liefheeft, corrigeert hem reeds op jonge leeftijd.

Spreuken 22:15 Een kind is geneigd tot dwaasheid, correctie weerhoudt het ervan.

Dat laatste vers, dat kinderen geneigd zijn tot dwaasheid, is iets waar niet alle ouders vanuit gaan. Veel stromingen geloven dat een kind van nature goed is. Maar helaas is dat niet waar, kinderen worden geboren met een zondige natuur. Dat lezen we in Romeinen:

Romeinen 3:12 Alle mensen hebben zich van God afgekeerd, zij zijn met elkaar de verkeerde weg opgegaan! Niemand doet wat goed is, zelfs niet één.

Romeinen 5:12 Samengevat is het zo: door de schuld van één mens, Adam, is de zonde in de wereld gekomen en de dood is het gevolg van de zonde. De dood werd het lot van alle mensen, want zij zondigden allemaal.

Die zondige natuur moet ingeperkt worden en kinderen moeten leren zichzelf te beheersen. Daar hebben ze grenzen voor nodig. Alleen tegen hen zeggen wat ze beter wel en niet kunnen doen, werkt onvoldoende. Dat blijkt ook uit het verhaal dat we lezen in 1 Samuël 2:12-29:

De zonen van Eli waren slechte mannen die niets om de Here gaven, en ze maakten misbruik van hun priesterrechten. […] Zo zondigden de beide jongemannen ernstig in de ogen van de Here, want ze toonden geen eerbied voor de offers van het volk aan de Here. […] Ook al was Eli erg oud, toch wist hij heel goed wat zijn zonen het volk aandeden […]. ‘Ik heb van het volk van de Here vreselijke verhalen gehoord over wat jullie doen,’ zei Eli tegen zijn zonen. […] Maar zij luisterden niet naar hun vader. […] Op een dag kwam een profeet bij Eli en gaf hem de volgende boodschap van de Here: […] Waarom hebt u uw zonen meer geëerd dan Mij? […]

Eli sprak zijn zonen wel aan op hun verkeerde gedrag, maar corrigeerde ze niet. Dat werd hem persoonlijk toegerekend, God vroeg hem waarom hij zijn zonen meer eerde dan hij God eerde. Kennelijk eren we God door onze kinderen te corrigeren.

Misschien denk je nu: “Het idee alleen al om strakke regels te hanteren, daar krijg ik de kriebels van! Straks worden mijn kinderen nog bang van me!” Bedenk dan dat er een duidelijk verschil is tussen autoritair zijn en doelbewust liefhebben. Hetgeen waar jij een aversie tegen voelt, is de autoritaire opvoeder. Dat is de ouder waarbij kinderen niet zichzelf mogen zijn, waar het regime boven alles gaat. Of het is de opvoeder die psychologische controle hanteert om het gedrag van een kind bij te sturen. Dat houdt in dat een kind wordt genegeerd of een schuldgevoel wordt aangepraat als hij iets verkeerd doet. Dat is echter niet wat bedoeld wordt met de opvoedstijl van doelbewust liefhebben. Bij doelbewust liefhebben staan juist ook de acceptatie, warmte en genegenheid centraal. Maar daarnaast worden regels opgesteld en op een rustige en liefdevolle manier passende consequenties ingezet wanneer een kind zich niet aan die regels houdt.

Goed om te weten is ook dat bij het opstellen van regels de nadruk ligt op wat je van je kind verwacht en wilt, niet op wat je kind niet mag doen. Dus: ‘je bent om 17:00u thuis’ in plaats van ‘je mag niet te lang op het schoolplein blijven hangen’. Verder onderzoek van Diana Baumrind liet zien dat kinderen van moeders die voornamelijk aandrongen op dingen die ze verwachten dat hun kind wel doet, en die geduldig maar met beslistheid omgaan met het verkeerde gedrag van hun kind, meegaander werden en minder gedragsproblemen veroorzaakten. Daartegenover werden kinderen van moeders die voornamelijk de nadruk leggen op wat hun kind niet mag doen (niet schreeuwen, niet aankomen) en die grillige, harde manieren hanteren om het gedrag van hun kind te controleren, minder meegaand en meewerkend en vertoonden zij in toenemende mate gedragsproblemen.

Vaak wordt gedacht dat ouders die doelbewust opvoeden en daardoor kinderen hebben die zich goed gedragen, gewoon ‘makkelijke kinderen’ hebben. Maar ook bij deze ouders gaan de kinderen in eerste instantie vaak tegen de regels van de ouders in. Uiteindelijk doen ze echter toch wat van ze gevraagd wordt doordat ouders op een geduldige manier stellig zijn in wat ze verwachten van hun kind. Natuurlijk kan het zijn dat je kind wat eigenwijzer is dan een ander kind en door zijn koppigheid uitlokt dat jij wat sneller boos wordt. Toch blijkt uit langdurige onderzoeken dat ouders meer invloed hebben op hun kinderen dan kinderen op hun ouders. Dat wil echter niet zeggen dat we zomaar kunnen aannemen dat alleen ouders er maar verantwoordelijk voor zijn of een kind goed terecht komt. Daar speelt altijd het kind zelf en zijn verdere omgeving ook een rol in.

Graag wil ik je uitdagen om hiermee aan de slag te gaan. Bedenk de komende week, samen met je partner, eens één nieuwe regel die je in jouw gezin wilt gaan hanteren en een passende consequentie die hierbij hoort als je kinderen zich hier niet aan houden. Als jullie het hier als ouders samen over eens zijn, ga dan in gesprek met je kinderen. Leg de regel niet op maar bespreek het issue en wacht af met welke ideeën je kinderen komen. Komen ze niet met een goede oplossing, dan kun je de regel inbrengen. Vraag vervolgens welke consequentie zij passend vinden als ze zich niet aan de regel houden. Blijkt na een week uitproberen dat de consequentie die je kinderen bedacht hebben te weinig effect heeft, dan  kun je alsnog je zelfbedachte consequentie invoeren.

Op het moment dat één van je kinderen de afgesproken regel overtreedt, pas dan rustig en liefdevol de afgesproken consequentie toe. Dat doe je door niet boos te worden of verwijten te maken, maar door nogmaals te herhalen dat jullie een regel hadden afgesproken en een consequentie voor als je kind zich daar niet aan houdt. Voer de consequentie uit, bijvoorbeeld door je kind een week geen zakgeld te geven of door de tablet van je kind in te nemen (net wat de consequentie was). Als de consequentie passend maar toch ook stevig genoeg is, dan motiveert deze je kind als het goed is om zijn gedrag te veranderen.

Door middel van regels en bijbehorende consequenties, leren kinderen om goede keuzes te maken en zich goed te gedragen. Zoals eerder aangegeven, is dit wat kinderen nodig hebben. Als je goed kijkt, zie je dat kinderen als het ware ‘vragen’ om grenzen. Krijgen ze die niet, dan gaan ze namelijk steeds een stapje verder, om te ontdekken wanneer ze wél een grens krijgen. Vorige week hoorde ik een documentaire waarin het erover ging dat veel kinderen in de huidige tijd zich niet meer aan regels houden. Er werd een voorbeeld genoemd van een jongen van 10 jaar die geen zin had om te doen wat de juf van hem vroeg en boos de klas uit was gelopen. Buiten ging hij stenen staan gooien.

Kinderen moeten leren omgaan met autoriteit en dat begint thuis. Ze moeten leren dat niet altijd alles gaat zoals zij willen. Wanneer ouders dit hun kinderen van jongs af aan meegeven, dan zal het hen later in hun leven gemakkelijker afgaan. Op school, en zeker later op het werk, gaat immers ook niet altijd alles zoals we willen. Kinderen die hiermee vertrouwd zijn, kunnen hier beter mee omgaan en zich beter staande houden in de maatschappij. Dat sluit weer mooi aan bij Spreuken 13:24b “wie zijn zoon liefheeft, corrigeert hem reeds op jonge leeftijd.” Echte liefde is mijns inziens om je kind klaar te maken voor de maatschappij waarin hij leeft, en daar hoort omgaan met regels en teleurstellingen bij.

Niet alleen thuis, op school en later op het werk krijgt je kind te maken met regels. De natuur zit vol met regels, die we ook wel natuurwetten noemen. Denk aan bijvoorbeeld de zwaartekracht. Als je kind een voorwerp dat hij vast heeft, loslaat, dan valt het naar beneden. Of de ‘wetten’ van ons lichaam, bijvoorbeeld dat je dorst krijgt als je een tijdlang niks drinkt of veel zweet. Het is dus eigenlijk heel natuurlijk om kinderen te leren dat hun gedrag bepaalde gevolgen heeft. Als ouders bepaal je als het ware de natuurwetten die in jullie gezin gelden. Daarbij is het belangrijk om als ouders samen op één lijn te zitten en consequent te zijn. Wij zouden het immers nogal verwarrend zouden vinden wanneer een voorwerp dat je loslaat, de ene keer naar beneden valt en de andere keer omhoog. Net zo verwarrend is het voor een kind wanneer zijn gedrag op verschillende momenten, ’s ochtends of ’s avonds, bij de ene of bij de andere ouder, verschillende gevolgen heeft.

Wat ook nog een voordeel is van de doelbewuste opvoedingsstijl, boven die van de toegeeflijke ouder, is dat je daarmee beter voor jezelf zorgt. Toegeeflijke ouders stellen weinig grenzen, maar laten daarmee ook snel over hun eigen grenzen heen lopen. Wil je kind dat je iets doet waar jij eigenlijk geen zin in hebt, dan doe je het toch maar. Net zoals in onderstaand filmpje. Maar ondertussen heeft de betreffende moeder wellicht een lening afgesloten om de wens van haar dochter in te willigen. Door echter je eigen grenzen aan te geven, geef je je kind het goede voorbeeld van zelfrespect en zelfcontrole.

Daarmee zijn we weer terug bij de titel ‘bevriend met je kind’: ik geloof dat je zelfs betere vrienden met je kind kunt zijn als je wél regels en grenzen hanteert. Het is dan namelijk makkelijker om liefdevol te blijven. Wanneer je geen grenzen stelt, is het risico dat je je gaat irriteren aan het gedrag van je kind, waardoor je sneller geneigd bent je kind af te wijzen. Hoor je jezelf ook wel eens zuchten of steunen dat je kind alwéér vervelend doet…? In de Bijbel vond ik een vers dat ook benadrukt dat regels bij vriendschap horen. In Johannes 15:14 zegt Jezus:

Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat Ik jullie zeg.

Vrienden doen, uit liefde, dingen voor elkaar. Over het algemeen hebben kinderen die geliefd worden het verlangen hun ouders plezieren en het verlangen te doen wat er van hen verwacht wordt. Ook Psalm 25:14 sluit hier bij aan:

De Heer gaat als een vriend om met mensen die ontzag voor Hem hebben. Hij leert hen wat zijn verbond met hen inhoudt.

Je kunt dus best wat regels stellen, zonder de vriendschap met je kinderen te verliezen. Het geeft zelfs een diepere dimensie aan je vriendschap met je kinderen, want je geeft ze iets moois mee. Je leert ze om hun gedrag onder controle te houden en maakt ze daarmee klaar om sterk en volwassen de maatschappij in te gaan.

Samenvattend

Als ouders willen we graag bevriend zijn met ons kind. Sommige ouders denken dat dat het beste werkt door zo min mogelijk regels te hanteren en het kind vrijheid te geven. Erikson onderzocht de aspecten ‘accepteren en reageren’ en ‘verwachtingen en controle’ in de opvoeding. Een vergelijking laat zien dat kinderen van ouders die doelbewust liefhebben, dus zowel liefdevol en accepterend zijn als ook duidelijke verwachtingen hebben van hun kinderen, zich het beste ontwikkelen. Dat komt overeen met wat de Bijbel zegt, dat kinderen correctie nodig hebben. Helaas worden kinderen geboren met een zondige natuur, die bijsturing vraagt.

Sommige ouders ervaren een aversie tegen het hanteren regels, vanuit het idee dat ze dan autoritair moeten zijn. Dit is echter niet het geval, bij doelbewust liefhebben stel je op een liefdevolle en geduldige manier grenzen door middel van reële consequenties. Daarbij focus je je op het benoemen wat je wél van je kind verwacht. Kinderen worden niet uit zichzelf ‘makkelijk’, maar doordat ze van jongs af aan worden bijgestuurd. Ga de komende week eens aan de slag hiermee door één nieuwe regel in te voeren, in overleg met je partner en kinderen. Kinderen vragen om grenzen en de natuur zit vol met consequenties van ons gedrag; welke ‘natuurwetten’ hanteer jij in je gezin?

Door het gedrag van je kinderen bij te sturen, geef je hen iets waardevols mee, namelijk de vaardigheid om zichzelf te beheersen. Hierdoor zal het hen later in hun leven makkelijker afgaan. Het getuigt van liefde dat je bereid bent hen dit te leren. Bovendien heb je daarmee ook jezelf lief en voorkom je dat je je aan het gedrag van je kinderen gaat storen. In de Bijbel zien we dat de Heer vriendschappelijk omgaat met mensen die ontzag voor Hem hebben. Vrienden doen, uit liefde, dingen voor elkaar. Regels hanteren geeft een diepere dimensie aan de vriendschap die je hebt met je kinderen.

Een mooie vriendschap met je kinderen gewenst waarin je hen liefhebt en grenzen stelt!

Imke